Jeroen Olthof (4): Jonge vent van wijkoverleg zit nu naast Commissaris van Koning

Nu als gedeputeerde loop ik nog elke dag met een grote glimlach door het provinciehuis. Iedere keer kom ik een stapje hoger. Ik heb er geen opleiding voor gevolgd. De eigenschap dat ik makkelijk contact maak met veel verschillende mensen helpt wel. Zo praat ik met iedereen, ook al ben ik het niet eens met het standpunt van sommige partijen.

Ik wil wel altijd in gesprek blijven om te begrijpen waar een mening van vandaan komt.

Jeroen Olthof vertelde eerder over zijn twee termijnen als wethouder bij de Gemeente Zaanstad.

Wethouder op je cv is geen pre, dat ontdekte ik toen.

Jeroen Olthof: ‘Het was moeilijk om een baan te vinden. Gelukkig had ik geïnvesteerd in een netwerk. Zo werd ik directeur bedrijfsvoering bij Youz (de Parnassiagroep). Zo zat ik voor de JGGZ aan de andere kant van de tafel. Ik heb er anderhalf jaar gewerkt. Ik heb veel geleerd, ook wat er fout gaat in de jeugdzorg en de decentralisaties. Daar heb ik veel schrijnende dingen gezien. Daar zou ik graag nog eens meer mee willen doen. Het was een heel grote organisatie, met enorme betrokken medewerkers, maar het was ook moeilijk om richting te geven. Het voelde niet helemaal goed.’

Provincie stond niet op mijn bucketlist

‘Ik had helemaal niets met de provincie, dat stond niet op mijn bucketlist. In december had ik in de krant gelezen dat de PvdA gedeputeerde van NH was opgestapt vanwege het Tata dossier. Geke Faber nam contact met me op: “Als je ooit nog terug de politiek in wil, dan moet je kijken of dit wat voor jou is.” Het eerste gesprek leverde niets op. Later werd ik gebeld of ik nog beschikbaar was. Officieel zei ik dat ik het er thuis nog over moest hebben. Maar voordat ik thuis was, wist ik al “Dit ga ik doen.”

Van een jonge vent bij het wijkoverleg zat ik nu opeens naast de Commissaris van de Koning. Dat geeft een gevoel van energie, ik ben trots om hier te mogen zitten.

Ik wist toen nog niet hoe groot en ingewikkeld het zou zijn.

Ik ben verantwoordelijk voor leefbaarheid, gezond en milieu. Voor Tata Steel en andere complexe bedrijven in heel Noord-Holland, voor de luchthaven Schiphol en al provinciale wegen, bruggen, sluizen en het openbaar vervoer.’

Tata Steel

‘Op 9 maart 2020 ging ik aan het werk als gedeputeerde, een week later was de lockdown. Inwerken deed ik vanachter een scherm. Bij een dossier als Tata Steel is in twee jaar tijd veel veranderd ondanks de complexiteit. Ik heb een goed contact met bewoners in Wijk aan Zee. Als er wat is, dan appen ze me. Ik spreek ze regelmatig. Zo stap ik ook wel eens in mijn auto als er een melding is, en dan ga ik daar rondlopen.

Ik wil het gevoel hebben bij wat er leeft.

Zo spreek ik ook mensen die werken bij Tata Steel. En natuurlijk de directie van Tata Steel, de RIVM en de omgevingsdienst. Maar ook Marjan Minnesma. Van alle kanten wil ik het verhaal horen.

De afgelopen twee jaar is er veel gebeurd. Tata Steel staat met stip bovenaan de lijst om te veranderen. Samen met de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied zijn we druk bezig om vergunningen aan te scherpen en scherper toezicht te houden en te handhaven. Ik wil hier het verschil maken. Je ziet waar het fout gaat.

De milieuregels worden toegepast, maar die zijn blijkbaar niet voldoende om de gezondheid te beschermen.

Dat is heel ingewikkeld. Daar moet het ministerie verandering in aanbrengen.

De directeur van Tata Steel opperde laatst dat ik wel blij zou zijn als de periode voorbij zou zijn. Ik wil juist graag door, met het dossier Tata Steel. Ik ben hier nog niet klaar. Het is ontzettend leuk om te mogen doen. Ik wil dat het voor de mensen in Wijk aan Zee weer schoon en gezond wordt, er een nieuwe fabriek komt en dat is superingewikkeld. Hier ben ik nog bevoegd gezag. Dat ligt bij Schiphol moeilijker, daar zit de minister uiteindelijk aan de knoppen.’

Provincie als verbinder en regisseur

‘Toen ik hier kwam, had ik niets met de provincie. Ik realiseer me nu dat met de grote ingewikkelde opgaven (klimaat, wonen, energie, mobiliteit) een regionale (provincie) overheid nodig is om regio’s te verbinden en op sommige vraagstukken de regie te voeren. De afgelopen tijd heb ik heel veel gesprekken gevoerd, met gemeenteraden, met wethouders en met allerlei organisaties en bewoners. Wat vinden jullie belangrijk? En hoe gaan we het samen doen? Dat is een heel moeilijk proces. Cultuurverandering binnen de overheid is moeilijk. Het is opnieuw de systeemwereld tegenover de leefwereld van mensen. Wat is er nodig om dit te veranderen? We moeten veel meer samendoen, dat is ontzettend leuk. Het lukt weer om de verbinding te maken door veel te investeren in gesprekken met mensen. Daardoor krijg je veel draagvlak. Dit voelt goed.

Mijn ouders zijn trots. Mijn moeder heeft plakboeken bijgehouden van alle artikelen in de krant. Ze heeft er inmiddels drie vol. Nu sta ik vaak in andere dan Zaanse edities, dus ze krijgt niet alles meer mee voor het vierde plakboek. Ze is nog steeds trots. En dat ben ik ook, het is een eer om dit te mogen doen.

Wat hierna komt, weet ik nog niet. Ik realiseer me heel goed hoe vergankelijk het kan zijn. Morgen kan er iets gebeuren waar ik niets aan kan doen, maar waar ik wel verantwoording voor draag. Dan kan je daarop afgerekend worden. Morgen kan het over zijn. Tot nu toe ben ik alle periodes zonder problemen door gekomen. Elke wedstrijd wil ik uitspelen. Je wilt niet halverwege gewisseld worden, je wilt de regie houden over je eigen ontwikkeling.

Ik wil altijd de strijd winnen. Met elkaar wil je mooie dingen doen.’

Serie Jeroen Olthof

  1. De jongen van het Hanenpad
  2. Onze jongen van het Hanenpad in het College
  3. Politiek en de werkelijkheid
  4. Jonge vent van wijkoverleg zit nu naast Commisaris van de Koning