Troostdekens voor zieke baby’s

‘Ik woon met veel plezier in de wijk Poelenburg. Het stoort mij dat de wijk zo vaak negatief in het nieuws is. Samen ben je verantwoordelijk om het leuk te maken.’

Hanneke Kiburg uit Zaandam was voor haar pensionering onderwijzeres in het speciaal onderwijs. ‘Het was vaak bikkelen én een hele leuke en spannende uitdaging om kinderen met een beperking les te geven. Het gaf veel voldoening als een opdracht na hard werken was gelukt.’

Als docent gaf ze Nederlands op alle mogelijke niveaus aan Nederlanders met een beperking en daarnaast aan een groep met vijftien verschillende nationaliteiten.

Toen de vluchtelingen in het Burgemeester in ‘t Veldpark tijdelijk werden opgevangen gaf zij ze Nederlandse les. Tegenwoordig is ze actief als vrijwilliger bij ontmoetingscentrum Lobelia in Poelenburg.

Hanneke Kiburg in het Museum of Humanity

Integratie

Hanneke Kiburg heeft in Poelenburg een haakclub opgezet: ‘De vrouwen komen overwegend uit Turkije, maar ook zijn er Marokkaanse, Iraanse, Pakistaanse en Nederlandse dames. Tijdens het haken bespreken we allerlei onderwerpen. Zo begin ik dan bijvoorbeeld over de verstopte riolering in de wijk, omdat er luiers in de wc worden gegooid. Een andere keer vraag ik wat ze ervan zouden vinden als hun zoon met een vriend thuiskomt. Sommige onderwerpen zijn duidelijk taboe. Ik voer zoveel mogelijk een open gesprek waarbij er geen goede of foute antwoorden zijn.’

Mensen verbinden die in een isolement leven

‘Er zijn zoveel mensen onzichtbaar die je zichtbaar kunt maken. Mensen die ziek zijn, opgesloten zitten, eenzaam zijn, ouderen die de weg kwijt zijn, kinderen die in een crisissituatie verkeren, en vluchtelingen. Wie wil daar niet iets voor doen?’

Op Koningsdag kwam ik in contact met het Sociaal Wijkteam Poelenburg. Ze vroegen of ik gastvrouw wilde worden bij hun ontmoetingscentrum Lobelia. Alleen koffie en thee schenken vond ik geen bal aan, ik wilde iets doen! Tijdens een landelijke diaconale dag hoorde ik dat ze in Friesland mantelzorgdekens haakten. Dat leek mij ook mooi om in Poelenburg en Peldersveld te doen. Het Sociaal Wijkteam was direct enthousiast over mijn projectplan. Zij benaderden vrouwen uit de buurt die beter Nederlands moeten leren zodat ze meer kans maken op een betaalde baan. Door samen te haken oefen je de taal, ondernemen ze iets en kun je het gesprek aangaan over diverse zaken.’

Inhaken, aanhaken en meehaken

‘De Marokkaanse en Turkse dames, die aanschuiven, heb ik gevraagd om mij weer te leren haken, want ik had het al jaren niet meer gedaan. Zo heb je weer een verbinding. We zijn sinds januari 2019 bezig. In de praktijk haken zij en maak ik af en toe hun werkjes af. Daar kan ik mijn creativiteit dan ook in kwijt.

Het project gaat vooral over verbinden. Veel mensen zijn eenzaam. Tijdens de wekelijkse haakmiddagen ontmoet je elkaar en leren ze de taal iets beter. Het is een plek waar ze zich wat prettiger voelen, zonder het gevoel te krijgen dat ze hun levensverhaal moeten vertellen. Als ze dat wel willen, dan kan dat. Sommige vrouwen vertellen best veel.

Ik wil dat alle gesprekken in het Nederlands gevoerd worden. Desnoods wordt het direct erna vertaald door een van de dames die beter Nederlands spreekt. Soms praten ze samen in het Turks en dan vertel ik dat ik me buitengesloten voel.

Samen hebben we in het eerste jaar 21 mantelzorgdekens gehaakt. De mantelzorgers die ze kregen waren zichtbaar ontroerd. Je weet over het algemeen niet wat er achter een voordeur gebeurt. Er zijn zoveel mensen die weinig te besteden hebben en hulp hard nodig hebben.

Troostdekens

Het tweede jaar wilden we ons inzetten voor een nieuwe doelgroep. De dames kozen om voor ernstig zieke baby’s een dekentje te haken, soms met een knuffel. We zijn aangesloten bij een landelijke haakgroep die troostdekentjes maakt. Samen maken we kleine vierkantjes die we dan aan elkaar zetten, dat werkt verbindend. Zieke baby’s geven we zo letterlijk en figuurlijk een warme start met een troostdekentje. Soms maken we ook de broertjes en/of zusjes een troostdekentje, zij staan er immers ook naast. Recent hebben we veertig troostdekens en een paar knuffels overhandigd. Ik ben zo blij met de dames van ons groepje.’

‘Tijdens de coronacrisis konden we niet bij elkaar komen. We hielden contact met elkaar via de appgroep. Iedere keer dat er een dekentje klaar was, werd dit trots in de groep gepost met een foto. Zie de foto’s hieronder.’