Hembrug blijft geheimzinnig

‘Het was hier allemaal heel geheimzinnig. Je kon nooit zomaar het terrein op.’

Zo’n 20 jaar werkte Dolf Fransen bij het voormalige militaire complex in Zaandam. ‘Op De Hembrug waren drie terreinen die zeer van elkaar verschillen. Het militaire deel besloeg het bos en het deel aan de Havenkade. Het burgerdeel bestond uit de Artillerie Inrichting en de NV Hembrug, de laatste bewerkte metaal en herstelde wapens. Iedereen die hier kwam te werken, volgde een opleiding. De burgers kregen een half jaar munitietechniek, de militairen een jaar omdat het aangevuld werd met sporten en andere vakken. De drie terreinen waren voor elkaar alleen toegankelijk met een speciaal pasje. Vanwege mijn werk kwam ik overal.’

De militairen en burgers gingen eigenlijk altijd wel goed samen.

Dolf Fransen (links): ‘Ik vind het nog steeds een magisch terrein. Het blijft een bepaalde aantrekkingskracht hebben.’

Dolf Fransen is een van de zes gidsen die als vrijwilliger namens het Zaans Museum rondleidingen geeft op het Hembrugterrein.

‘Regelmatig hoor je dat mensen hier nog nooit geweest zijn. Of ze hebben een foto bij zich en vragen je dan of je die medewerker ook kent. Soms is dat inderdaad het geval.’

Dolf Fransen

In 1981 kwam Dolf Fransen als sergeant bij het militaire complex op het Hembrugterrein. ‘Na 3 jaar kortverband vrijwilliger werd mij gevraagd of ik hier wilde werken als burger in de planning. Als planner had ik veel contact met leidinggevenden overal op het terrein. Daardoor ken ik het goed. Het Hembrugterrein werd door geheimzinnigheid omgeven.

Zo mochten de duizenden mensen die hier in de hoogtijdagen werkten niet aan de buitenwereld vertellen wat zij hier deden.

‘Toen ik een huis kocht, vroeg de notaris naar mijn beroep. Rijksambtenaar zei ik, want ik mocht niets meer vertellen. Ook in mijn omgeving wisten mensen niet wat voor werk ik deed. Wel kreeg ik af en toe de vraag of ik geen kogel of huls kon regelen. Dat kon natuurlijk niet.’’ In 2000 werd het militair complex afgestoten en verhuisde de eenheid naar ’t Harde.

In de hoogtijdagen werkten hier wel drie tot vierduizend mensen in ploegendienst. Maar er waren ook tijden dat er weinig opdrachten waren.

Koude oorlog

‘Toen ik in 1980 hier kwam te werken, was de Koude Oorlog in volle gang. Ik weet nog goed dat ik een keer de gordijnen – waar je slechts door een spleet naar buiten kon kijken – opentrok om meer licht binnen te krijgen. Ik kreeg direct commentaar dat deze dicht moesten blijven. “De houtschepen uit Rusland varen hier regelmatig voorbij op weg naar de voormalige houthaven op het eiland. De Russen zien alles.”

Het bos

Langs het Noordzeekanaal was de grote schietbaan van Eurometaal. ‘Wij hadden op het militaire terrein in het bos een eigen schietbaan. Hier was bijvoorbeeld ook een grote put van beton waar vroeger een stalen constructie op stond. Het zenuwgas werd hier opgeslagen en met een takel via een gang vervoerd om vervolgens in een bootje te worden geladen. In het bos werd de munitie getest. Tot twee jaar geleden leidde ik hier ook mensen rond, maar dat is niet meer mogelijk. Vaak denken mensen dat hier veel lawaai werd gemaakt maar dat was niet zo. De proeven met bijvoorbeeld slagpijpjes werden in geluidsdichte bunkertjes in het bos gedaan. Er was immers een woonwijk dichtbij aan de Havenstraat. Het ging vooral om springproefjes met kleine voorwerpen, met ontstekers, dus niet om granaten.’

In het bos leefden bijzondere vogelkolonies, zoals ijsvogels, 2 koppels buizerds en een grote reigerkolonie. ‘Die zijn er nu niet meer, want het bos is steeds kleiner geworden omdat er gebouwd gaat worden.

Het bos is nog steeds omgeven met geheimzinnigheid. Dolf weet nog goed dat een commandant verhalen vertelde over de kleine bunkertjes en over een geheimzinnige lading die ergens begraven zou zijn. Bij een inspectie in 2019 van een bedrijf die explosieven opspoorde vertelde Dolf de verhalen. ‘Toen ze gingen graven op de plek die ik had aangegeven bleek er een houten kist te liggen met vijf grote blokken springstof.

Ook op een andere plek, waar een nieuwe woonwijk moet komen, bleek uit onderzoek dat er veel onder de grond lag. Vreemd genoeg werd het onderzoek niet verder uitgevoerd, zodat in het aangrenzende bos nog van alles kan liggen wat niet bekend is. Dat is toch vreemd, want stel dat kinderen daar gaan spelen.’

Sloop

Het bos mag Dolf sinds twee jaar niet meer in met groepen, maar de verhalen kan hij natuurlijk nog wel doorgeven. Zo vertelt hij over de schietbaan en de munitiebunkers die er lagen. ‘Ze zijn allemaal afgebroken. De sloper ging in 2002 – twee jaar na de sluiting – zo voortvarend te werk dat Peter de Vries vroeg of hier wel een vergunning voor was. Hij heeft toen contact opgenomen met de gemeente. Als hij dat niet had gedaan, dan was er wellicht nog veel meer verloren gegaan.’

Wanneer je oud-medewerkers op het terrein tegenkomt, dan wordt er vaak gemopperd. Maar ook wordt er direct veel gelachen.

Protest

‘Er werd ook wel eens geprotesteerd omdat hier munitie werd gemaakt. De demonstranten stonden dan bij de portiersloge. Bij ons gingen dan direct de hekken dicht.

Ik kan me nog goed herinneren dat een medewerker van Eurometaal die in het nabijgelegen Rode Dorp woonde ontslagen werd omdat hij een abonnement had op De Waarheid.’

Perserij en wapenfabriek

A11

Nu staan er op het terrein nog zo’n honderd gebouwen met een monumentstatus. Twee gebouwen licht Dolf graag toe. ‘In de perserij werden stukken staal door een pers in de vorm van granaten geperst. Daar kwam veel geweld bij vrij. Wanneer ze buiten afgekoeld waren, moesten ze gedraaid worden op een draaibank. Daarna kwam er een geleide band omheen, werd het gespoten en kwamen de juiste kenmerken erop. Ik neem mensen ook graag mee naar A11, dat was vroeger een wapenfabriek. Hier had ik mijn kantoor. Ik was een keurig gepoetste kazerne gewend, maar hier was het een stofwolk. De ramen hadden nog enkel glas waar je niet doorheen kon kijken. Het oude glas stamde uit een tijd dat het nog niet mogelijk was om glas recht te trekken.

In een gebouw werden tril en schutproeven gedaan op een speciale triltafel. Die was zo groot en zwaar dat deze niet is mee verhuisd naar ’t Harde. Dit is eigenlijk nog het enige dat direct verwijst naar de militaire periode.’

50 jaar

Toen de munitiebeproevingsafdeling 50 jaar bestond, maakte Dolf Fransen als documentalist een boek over het terrein met verhalen van de werknemers. ‘Dat werd een groot succes. Het boek mocht niet naar buiten toe, maar natuurlijk zijn de boeken na het overlijden van oud medewerkers wel verspreid.

Een rondleiding boeken, kan via deze link. Iedere eerste zondag van de maand van april tot oktober is er een rondleiding.

Meer weten over andere Zaanse musea? Kijk dan hier.

Eerder verscheen er ook een vierdelige serie van Peter Kruit over het Hembrugterrein.