Zaanse fabrieken zijn hechte gemeenschappen

Routekaart Expo ‘Ontmoet de werknemers van Zaanse fabrieken’

De Zaanse industriecultuur wordt belicht tijdens het festival IFIKZ. Zo kun je vanaf 1 oktober een maand lang door Zaanstad een route volgen waarbij medewerkers van Zaanse fabrieken in beeld worden gebracht.

De Zaanse fotograaf Mike Bink heeft zwartwit portretten gemaakt in de fabrieken. Op www.ifikz.nl lees je meer over de theatervoorstelling Meel op 15 en 16 oktober in het tijdelijke theatergebouw, dat beter bekend is als de eerdere fabriek van Meneba in Wormerveer. Zondag 17 oktober is het filmfestival Industrie en samenleving in de Stoomhal in Wormer.

Vlnr Davy Mandjes, Peter Mandjes en Kevin Mandjes bij Forbo Assendelft, foto Mike Bink

Forbo lekker dichtbij

Op de billboards vertellen de medewerkers van de fabrieken hun verhaal. Zoals de broers Kevin en Davy Mandjes die allebei bij de Forbo werken. Hieronder vertelt hun vader Peter Mandjes over zijn loopbaan bij Forbo.

Peter Mandjes: ‘Ik heb altijd in de techniek gewerkt. Ik ben begonnen als operator en werkte eerst bij Van Gelder Papier en later bij Chromos. Toen de papierfabriek wegging uit Wormer moest ik iets anders verzinnen. In die tijd was mijn doel om een baan te vinden in de Botlek, bij kraakinstallaties waar ze olie kraken naar benzineproducten.

In 1984 zag ik de toenmalige directeur van Forbo, in de volksmond de Lum geheten, bij Tros Aktua. Hij deed een oproep om te solliciteren, want er was een enorm tekort aan personeel. Ik solliciteerde voor de functie van operator en werd aangenomen uit veel sollicitanten. Ik heb altijd in Krommenie gewoond. De Forbo was lekker dichtbij, en door de ploegendiensten verdient het goed. Ik wilde dit even doen, en daarna zou ik het wel zien.’ Inmiddels werkt hij er 36 jaar.

Ambitie

Peter Mandjes vervolgt: ‘Ik kwam bij de afdeling stort waar pigmenten worden afgewogen die daarna gemengd worden. Hier was ik na twee maanden wel uitgekeken. Mijn ambitie was om te werken op grote regelkamers met meters en knoppen, daar had ik ook de papieren voor. Als ik zou blijven hangen op de stort, dan zou ik wat anders gaan zoeken. Toen ik dat vertelde bij Personeelszaken vroegen ze om die avond wel mijn dienst te draaien, ze zouden iets gaan regelen. Daarna vroegen ze of de afdeling Kalanderen iets voor mij was. Dit is het proces waarbij je onder hoge druk de pigmentkorrels tussen walsen perst tot een eindproduct. Hier kwam veel meer techniek bij kijken, en je kon dingen onderzoeken. Dat vond ik leuk, want ik wil niet steeds niet hetzelfde doen. Ze zagen dat ik ambitie had en veel wilde leren. Wel moest ik eerst wennen aan de snelheid. Bij Van Gelder maakten we 300 meter per minuut en bij de Forbo maximaal 28 meter per minuut.

In het begin vond ik het net een bejaardentehuis. Ik ben een sensatiemannetje, hou wel van de reuring.

Het was een leuke stap en bij Forbo groei je snel door als je dat wilt en kunt. Zo werd ik daarna administrateur, vervolgens machinevoerder en nu ben ik al 26 jaar leidinggevend en werk als teamleider. Nu heb ik minder met het product te maken, maar met het personeel en het oplossen van technische zaken.’

Duurzaam product

‘Marmoleum is een prachtig mooi product. Het is duurzaam, dus qua milieu kun je er goed mee voor de dag komen. Ook dat het recyclebaar is, vind ik mooi. In de Zaanstreek kent iedereen de Forbo. Wanneer je in het buitenland bent, is dat niet het geval. Dan vragen mensen of je Zorbo bedoelt. Het product kennen de meeste mensen in het buitenland wel.

Typerend voor Forbo is dat we een hechte gemeenschap zijn: met en voor elkaar bij een ploeg.

Met problemen ben je van elkaar afhankelijk. Of het nu producttechnisch is of soms ook privé, je hebt met elkaar te maken dus je moet het samen doen. En daarom ga je het ook samen bespreken. Wanneer een of meer personen uitvallen, dan produceer je minder of niet goed, of je staat zelfs stil. Daarom dient het een zo hecht mogelijke gemeenschap te zijn. In mijn ploeg werken mensen vaak al heel lang bij Forbo. Daarnaast heb je een paar uitzendkrachten, maar die blijven vaak ook een paar jaar. Als ze weggaan dan dien je weer nieuwe mensen op te leiden. Zonder goed team heb je geen goed eindproduct.

Bij mij staat de mens voorop. Als het daar goed gaat, dan is het eindproduct ook van een goede kwaliteit. Bij Forbo gaat het om een ambachtelijk proces. Je doet het bij ons heel erg samen. We zijn afhankelijk van elkaar, qua kennis maar ook als mensen op de heftruck of bij de panelen zien dat er dingen misgaan. We doen het echt met elkaar.

Het is geen familie, maar het voelt wel als familie.’

IFIKZ Achter de fabrieksmuren

Sarah Vermoolen, freelance tekstschrijver van onder meer De Zaanse Verhalen, het magazine Rabo&Co en De Windbrief, en de boeken Kijk Zaans en Zaanse Parels, mocht de verhalen van de werknemers optekenen. ‘Het was erg leuk om de fabrieken te bezoeken waar ik zo vaak voorbijfiets. Nu had ik de kans om ze van binnen te zien en te ontdekken wat  daarbinnen gebeurt. Verschillende fabrieken zijn letterlijk op een fundament van een molen gebouwd. De medewerkers zijn zich vaak heel bewust van die voorgeschiedenis. Net zoals vroeger bij de molens wordt er vaak nog in ploegendienst gewerkt. Het handwerk is steeds meer overgenomen door machines, die vanuit de regelkamers worden bestuurd. Het oorspronkelijke maakproces, zoals dat eeuwen geleden in een molen werd bedacht, ligt er vaak nog aan ten grondslag. Veel Zaanse fabrieken hebben een lange geschiedenis. Wanneer ze kunnen aantonen dat ze al langer dan 100 jaar in bedrijf zijn, krijgen ze het predicaat koninklijk. Dat kroontje moeten ze weer inleveren wanneer de fabriek overgenomen wordt door een buitenlands bedrijf. Ondanks de nieuwe namen op de gevel zijn de producten vaak nog hetzelfde, al gaan ze natuurlijk wel met hun tijd mee. Tekenend vond ik ook dat medewerkers of heel kort in dienst zijn of tot aan hun pensioen blijven. Dat en het feit dat er vaak meer mensen uit een familie werken, hoorde ik bijna overal. Ze zijn trots op hun bedrijf en de Zaanse industrie. In de fabrieken zijn collega’s met een technisch diploma in de regelkamers altijd welkom. Dat hoorde ik ook overal.’