Sylvia Dermout

Je wordt niet zomaar Officier in de Orde van Oranje-Nassau. Dit is de vierde graad in de orde. Je wordt benoemd tot Officier vanwege nationaal/internationaal baanbrekend werk. Dat geldt ook voor Sylvia Dermout. Tekenend is haar inzet en zorg voor andere mensen. Zij stond aan de wieg van het draagmoederschap, dat momenteel weer actueel is omdat het nu ook geregeld is voor homoseksuele paren. In de pers wordt haar rol als grondlegger momenteel weer belicht.

Sylvia heeft haar eigen ervaringen met kanker omgezet in wetenschappelijk onderzoek. Dit heeft onder meer geleid tot de oprichting van Anna’s huis waar kankerpatiënten psychosociale hulp krijgen. Lees haar indrukwekkende verhaal (drie delen) want Sylvia verdient een heel diepe buiging.

Kanker levert nooit winst op, het is vooral dramatisch. Maar met die ervaringen heb ik wel veel bereikt, voor anderen en voor mijzelf.’

Zeventien jaar werkte Sylvia Dermout uit Zaandam als gynaecoloog in het Zaans Medisch Centrum en daarna zette ze een eigen Zelfstandige Behandelkliniek gynaecologie op in Alkmaar. Vanaf 2017 is zij weer terug in Zaandam, waar zij een van de vijf initiatiefnemers is van het Centrum voor Leven met kanker, Anna’s huis op de Zorgboulevard van het ZMC.

In 2001 promoveerde ze op onderzoek waardoor vrouwen zonder baarmoeder, maar met eierstokken, via ideëel draagmoederschap alsnog genetisch eigen kinderen kunnen krijgen. Ze ontwikkelde tevens een tijdbalk met fases die een patiënt doormaakt na de diagnose kanker. Eerst via stichting Olijf en als Raad van Advieslid en oud-voorzitter van Anna’s huis zet zij zich al 35 jaar in als vrijwilliger voor psychosociale zorg aan mensen die leven met kanker. 


sylvia dermout
Sylvia Dermout

Ik wil iets zinvols achterlaten

‘Dream it, wish it, do it is mijn levensmotto. Overal zijn kansen, die je wel moet pakken. Als je iets doet, doe het dan goed. Ook als dat betekent dat je je kop boven het maaiveld moet uitsteken.’

Sylvia Dermout werd geboren in Amsterdam en groeide op in een milieu waar het niet gebruikelijk was dat je ging studeren.

‘Mijn moeder had de intelligentie, maar niet de mogelijkheden om in de oorlog een studie te doen.  

Van mijn vader kreeg ik mee om belangstelling te hebben voor iedereen, ongeacht achtergrond en afkomst.’ Deze combinatie van talenten heeft Sylvia ver gebracht.

Adviezen bleken kansen

‘Ik was de eerste in de familie die naar het gymnasium ging. Die wereld paste toen nog niet bij mij en steun van huis uit voor de studie was er niet. Ik stopte met school. De gymlerares zag dat ik goed kon volleyballen en adviseerde me om op een club te gaan.’

Ze kwam als 18-jarige volleybalster al snel in het bestuur van Deltalloyd/AMVJ, viel op door haar organisatietalent en kreeg een baan bij sponsor Deltalloyd. Vervolgens vroeg clubarts dr. Hans Kriek haar om bij hem te komen werken als doktersassistent. Al snel wist ze dat dit niet haar levenswerk zou worden. ‘Ik wilde aan de andere kant van het bureau zitten.’ Met hoge cijfers behaalde ze het avondgymnasium, nu paste het wel bij haar. “Waarom ga je geen geneeskunde studeren?” vroeg de clubarts. Hij zag hoe ze als doktersassistente de patiënten geruststelde en de goede vragen stelde. ‘Ik dacht dat ik dat nooit zou kunnen met mijn achtergrond. Dat bleek toch anders.’ Op 24-jarige leeftijd startte ze met de studie geneeskunde en studeerde in 1986 cum laude af. Na haar artsexamen vertrok ze naar Bonaire voor een cursus duikgeneeskunde. Sindsdien is Sylvia ook actief als duikerarts.

‘Tijdens mijn coschappen was ik gegrepen door de verloskunde/gynaecologie. De combinatie van werken met je hoofd, met je handen en het inzetten van je sociale vaardigheden sprak mij zeer aan.’ 

Wereld op zijn kop

Na twee maanden in de opleiding gynaecologie kreeg ze gynaecologische kanker en hoorde ze dat ze geen kinderen kon krijgen. ‘Dit is de grootste verandering in mijn leven geweest. Wat een klap, wat een drama, eenzaamheid en schok. Mijn wereld stond op zijn kop. Uitzonderlijk in die tijd was dat ik op voorspraak van mijn OLVG-opleider prof. Otto Bleker na een jaar toch verder mocht studeren. En dat terwijl het toen regel was dat je na het doormaken van ernstige kanker de opleiding tot medisch specialist werd uitgezet.’ Dit was het begin van een bijzondere carrière in de gynaecologie, waarin de aandacht voor psychosociale zorg voor oncologische patiënten werd geboren. Van 1987 tot 2006 was ze voorzitter en later Raad van Advies lid van stichting Olijf, een netwerk van vrouwen met gynaecologische kanker.‘De Olijfvrouwen vestigden hun hoop op mij. Zij konden ook geen kinderen krijgen en kwamen bij mij als gynaecoloog met de vraag “Was er geen manier om toch zwanger te worden?”

Draagmoederschap

‘In de daaropvolgende vijftien jaar heb ik me ingezet voor vrouwen waarvan de baarmoeder is weggehaald, maar die nog wel eierstokken hebben. Via ideëel hoogtechnologisch draagmoederschap kunnen ze een kind krijgen van eigen eicellen en zaadcellen van hun man. Daarna wordt het embryo teruggeplaatst bij een zus of goede vriendin. Zo krijgen ze voor 100% genetisch een eigen baby. De wet is er nog voor veranderd via de Embryowet. Minister Els Borst en Eerste kamerlid Hannie van Leeuwen hebben mij daarbij fantastisch geholpen. Naast IVF-wijzigingen is op mijn voorspraak een stukje ideëel draagmoederschap opgenomen in de wet. De gegevens uit dit lange traject zijn samengevat in mijn proefschrift “De eerste logeerpartij, hoogtechnologisch draagmoederschap”. Dit wordt nog altijd omschreven als het handboek voor draagmoederschap en is de basis voor de huidige richtlijn. Dat er in het buitenland zo onzorgvuldig met draagmoederschap op commerciële gronden wordt omgesprongen doet mij veel pijn. Terugkijkend naar kinderen die nu ouder dan 20 jaar zijn heb ik bewezen dat ideëel draagmoederschap onder goede voorwaarden heel goed verloopt.

Je leven lijkt doelloos als je kanker krijgt op je 31e en je daardoor geen kinderen kan krijgen. Ik wilde op een andere manier iets zinvols achterlaten.’

Serie Sylvia Dermout

  1. Het levensverhaal van gynaecoloog Sylvia Dermout
  2. Sylvia Dermout: Terugval na diagnose
  3. Psychosociale hulp voor mensen die leven met kanker