Brok in mijn keel

Hoe beleven Zaankanters de ‘coronatijd’? Wat zien zij veranderen en wat betekent dit voor hen persoonlijk?

Verschillende Zaankanters schrijven zelf hun ervaringen op in een nieuwe serie. Dit is de eerste aflevering waarin Ed Pielkenrood aan het woord is.

Fotografie Ed Pielkenrood

 

Tekst en fotografie Ed Pielkenrood

Corona, dat woord of die naam zal ik nooit meer vergeten. Heel vroeger reed ik bij manege Booij op een paard dat zo heette. Het beest was niet vooruit te branden. Hoe anders is dat nu met het gelijknamige virus. Van regeringswege zijn de zwaarste maatregelen doorgevoerd om de snelheid waarmee het rondwaart af te remmen. Alles wat leuk is of niet cruciaal voor ons bestaan werd stilgelegd. Een heel bijzondere periode.
De duizenden doden, het gevecht van artsen en verpleegkundigen tegen de niet te stuiten stroom aan zwaar zieke patiënten, de elkaar tegensprekende virologen, de gezaghebbende aanpak van de regering, de afstand die iedereen tot elkaar bewaarde, ik zal het allemaal niet vergeten. Maar wat mij ongetwijfeld het meest bij zal blijven, was de rust buiten, de afwezigheid van verkeer, de heldere schone lucht, het geluid van vogels en kikkers, de voorkomendheid van mensen als je ze tegenkwam en het weldadig trage tempo van het leven.

Ik heb een hond en die gaf mij de legitimiteit om naar buiten te gaan en lange wandelingen te maken in gebieden die ik anders mijd als de pest. Bijvoorbeeld de Zaanse Schans, waar je normaliter moet aansluiten in een rij traag voortbewegende toeristen. Oneindig veel buitenlanders die overal blijven staan om foto’s te nemen en selfies te maken en zo het plezier van een wandelaar vergallen. Maar nu kwam ik op de Kalverringdijk niemand tegen. Met de Zaan en de molens aan de ene kant en het wuivende gras en de weidevogels aan de andere kant was alle ruimte op het smalle dijkje voor mijzelf. Heerlijk genieten! Als ik mijn ogen sloot, was ik weer even dat kleine jongetje van vroeger dat niet beter wist dan dat dit beeld altijd zo zou blijven. Onbewust van de problemen in de wereld, speelde dat jongetje bij de oude molenschuren, ving kikkers in sloot langs de Kalverpolder en plukte pinksterbloemen voor zijn moeder. Dat is de Zaanstreek die ik mij wil blijven herinneren, waar het leven gemoedelijk was, men elkaar kende en iedereen tijd voor een ander had. Als ik mijn ogen open doe, heb ik een brok in mijn keel. Nostalgie over een leven waarvan ik dacht dat het nooit meer terug zou komen. Maar het was er weer.

Fotografie Ed Pielkenrood

Ook mijn kleinzoon nam ik mee naar de Zaanse Schans. Net als zijn opa houdt hij van buiten zijn, van molens en van magneetvissen langs de Zaan. Uren lang hadden we samen plezier en genoten we van onze meegebrachte limonade en snoepjes. Hij is een Zaankanter en ik wil hem graag hetzelfde Zaanse referentiekader geven als dat wat ik heb. Als ik zie hoe hij geniet met zijn voeten in de Zaan en hoe hij juicht als hij met zijn magneet weer een ‘vangst’ boven haalt, dan krijg ik weer een brok in mijn keel.
Na eerst de weldadige rust dankbaar te hebben ondergaan, ebt het vreugdevolle gevoel weg als ik mij bedenk dat de molens langs de Kalverringdijk er staan dankzij de belangstelling van toeristen. Zonder die belangstelling geen molens want vereniging De Zaansche Molen heeft de entreegelden keihard nodig om ze te kunnen onderhouden. Door het stilleggen van de economie komt ook de productie in de molens tot stilstand en vallen nog meer inkomsten van de vereniging weg. Ik realiseer mij dat de tijd van vroeger niet is teruggekomen. Weg nostalgie en genieten.

Ed Pielkenrood

Fotografie Ed Pielkenrood

Heb jij ook een verhaal over deze tijd? Neem dan contact op met Sarah Vermoolen via info@dezaanseverhalen.nl.