Het Honig Breethuis verhaalt

Mensen die een rondleiding hebben bijgewoond, zijn vaak enthousiast. 

Het is immers een erg leuk huis. 

Margriet van Lokhorst en Fenny Jonker

Het voorname stenen pand aan de Lagedijk 80 in Zaandijk is gebouwd in 1710 voor Cornelis Jacobsz Honig en zijn gezin. De Zaankamer is de laatste kamer die in 1830 is toegevoegd. 

Tientallen vrijwilligers runnen het museum Honig Breethuis. 

Fenny Jonker, coördinator van de vrijwilligers: ‘Zonder vrijwilligers werkt het niet. Wij doen dit omdat we het belangrijk vinden dat het Zaans Erfgoed voor de Zaanstreek behouden blijft. En dat het verhaal van de geschiedenis van de familie en het culturele erfgoed wordt uitgedragen.’ 

Met een dergelijk scheepje ging de familie vroeger varen over de Zaan

Wereldberoemd watermerk

In het huis hebben twee generaties Honig en daarna drie generaties Breet gewoond. Zij waren de eigenaars van vele papiermolens die in het Guisveld draaiden. De families Honig en Breet maakten het prachtige witpapier, dat voor die tijd heel uniek was. ‘Hierop schreven onder meer de eerste Amerikaanse presidenten, Beethoven en Chopin schreven er hun muziek op en het stratenplan van de Australische stad Sydney is op papier van Honig getekend.’ 

De museumvrijwilligers krijgen nog regelmatig vragen uit de hele wereld over de beroemde watermerken.
In vitrinekasten is nog origineel papier te zien met watermerken en jaartallen, gebruikt voor brieven, tekeningen, prenten en bankbiljetten. 

Over het plafond kan de gids de bezoeker een mooi verhaal vertellen

Verzameling van doopsgezinden

‘Doopsgezinden waren noodgedwongen om handel te drijven, omdat ze nergens werden aangenomen. Ondanks de winsten uit hun bedrijven leefden ze zuinig en sober. Ze hadden als doelstelling om voor de armen op te komen, zo was er veel aandacht voor weeshuizen. Hester Wandel, die eerder voor het Zaans Museum werkte, heeft in opdracht van de Gemeente Zaanstad het papieren archief van het Honig Breethuis doorgewerkt. Daaruit blijkt dat ze ook veel deden voor culturele instellingen. Het aanleggen van verzamelingen en zaken vastleggen, dat was echt belangrijk. Welvarende doopsgezinden deden zulke dingen naast hun werk, dat hoorde erbij. Het is heel leuk om te zien wat er allemaal werd ondernomen.

Toen de stoomfabrieken opkwamen, zijn Honig en Breet niet meegegaan met de tijd. Ze waren niet modern genoeg om mee te gaan in de vaart der volkeren. De papiermolens gingen failliet en het bedrijf werd opgeheven. Enkele zijtakken van de familie zijn nog wel even doorgegaan. De molens die op windkracht draaiden verdwenen, een paar molens gingen over op stoom. In de Zaanstreek staat nu nog de enige werkende papiermolen op windkracht ter wereld: De Schoolmeester in Westzaan.’

Oudheidkamer


Vrijwilliger Margriet van Lokhorst: ‘Neeltje de Jager was de laatste bewoner. Er hangt een foto in de hal waar zij met een heel lang parelsnoer in de Zaankamer zit. In 1940 werd het huis de Zaanlandsche Oudheidkamer. Jacob Honig Janzoon Junior (1816-1870),die een paar huizen verderop woonde, legde een collectie aan van Zaanse boeken, prenten en schilderijen.’
Honig wilde het erfgoed veiligstellen en zijn verzameling vormde de grondslag voor de Oudheidkamer, het museum van de Zaanstreek voordat het Zaans Museum op de Zaanse Schans en het Honig Breethuis opengingen. Zijn boeken en prenten worden tegenwoordig bewaard in het Gemeentearchief Zaanstad.
Het Honig Breethuis wordt nog altijd voortgezet door een vereniging die zijn naam draagt.

Fenny Jonker: ‘Na het vertrek van de laatste bewoner was het gebouw overgedragen aan de gemeente Zaandijk. Er was bij de overdracht vastgelegd dat het altijd museum moest blijven. In 1999 verhuisde de enorme collectie naar het Zaans Museum. Toen de gemeente het pand te koop wilde zetten, kwam de buurt in opstand. Dit moest immers museum blijven. Pier vanLeeuwen, die ook de conservator is van het Uurwerkmuseum op de Zaanse Schans, werd benaderd om het pand opnieuw in te richten met huisraad uit de late 18e en vroege 19e eeuw. Zo krijgen bezoekers te zien hoe een voornaam huis in 1830 werd bewoond.

Bekende behangelschilder

In het Honig Breethuis is de tuinkamer aan de straatzijde geschilderd door de bekende behangselschilder Willem Upink. Er is nog een huis aan de Lagedijk met behangsels van deze maker en in het oude Raadhuis zijn behangsels te vinden die naar alle waarschijnlijkheid zijn gemaakt door de Hoornse behangselschilder.

Dat gasten erg enthousiast zijn over onze leuke huis en de rondleiding geeft veel voldoening.

Margriet van Lonkhorst: ‘Er is zoveel te vertellen. Iedere bezoeker wordt wel ergens door geraakt. Daarom komen mensen regelmatig terug, ook omdat iedere museumgids weer een eigen insteek heeft. Tijdens de rondleiding vertellen we behalve over de historie ook over de bewoners van het pand aan de hand van de portretten en voorwerpen. Door onderzoek komen we steeds meer te weten, die kennis delen we dan met elkaar onder de
vrijwilligers. Zo kunnen we bezoekers ook steeds nieuwe verhalen vertellen.’

Gezocht museumgids

Fenny Jonker: ‘Onze gastvrouwen en -heren noemen we museumgidsen. Zij worden ingewerkt met lesmateriaal. Daarna lopen ze een paar maanden mee met andere museumgidsen. Zo leren ze al snel een algemeen verhaal te vertellen over de kamers.
Daarna zie je dat iedere gids andere voorwerpen belicht en een eigen verhaal vertelt. Dat stimuleren we ook. “Ga je gang, vertel wat jij leuk vindt.” Ieder heeft immers een eigen belangstelling en verdiept zich in zaken waar ze graag meer over vertellen. We hebben veel materiaal liggen voor verdieping. De vragen die ze niet kunnen beantwoorden, vragen ze na.
Zo is Pier van Leeuwen onze wandelende encyclopedie. Hij weet ontzettend veel.
Jaartallen daar hebben we wat minder mee.

Wanneer iemand naar buiten gaat, dan zal hij de jaartallen niet hebben onthouden. Maar wel het leuke verhaal en de mooie dingen.

In de zomer zijn we open van do t/m zo van 12 tot 16 uur. In de winter gaan we een uur later open en zijn we gesloten op donderdag.
We zijn nog op zoek naar enkele museumgidsen. Per maand gaat het om ongeveer drie middagen een dienst, dus dat is geen grote belasting. Maar regelmatiger mag uiteraard ook! We hebben een leuke gastvrije vrijwilligersgroep. Het verrijkt je leven. Het is heel leuk om samen rond te lopen en van elkaar te leren.’

Meer informatie vind je op de website van het Honig Breethuis.

Meer Zaanse Verhalen over musea vind je hier.