Betty Brandsma: ‘We zijn toch op de wereld om elkaar te helpen?’

‘Het is fijn om iemand een hart onder de riem te steken. Ik doe dingen gewoon op mijn gevoel.’

Overal waar Betty Brandsma (59 jaar) komt, treedt ze de mensen met een glimlach en een leuk praatje tegemoet. Ze woont met haar man, die veel op pad is, in Saendelft. Betty is sociaal maatje via het wijkteam en gastvrouw bij Odion. En als een mantelzorger een keer op pad wil, dan staat ze klaar. Ze kijkt wat er nodig is en probeert als het even kan het te regelen. ‘Als het aan haar lag, zou ze de hele wereld redden, en de dieren!’, voegt ze er lachend aan toe.

‘Ik lach veel en ondanks mijn ziektes gebeurt er van alles. Bij mijn ziektes wil ik niet stilstaan, wel bij mijn motto Pluk de dag. Toen ik anderhalf jaar het hondje van mijn buren uitliet, merkte ik dat iedereen een praatje maakte. Je hoort dan de leukste verhalen. Dat heb ik ook als ik zwerfvuil ruim.’

Ook toen ze nog bij Personeelszaken werkte, deed ze al vrijwilligerswerk. Zo is ze 25 jaar als vrijwilliger mee geweest met een vaarvakantie voor lichamelijk gehandicapte jongeren. Ook toen ze een aantal jaren in Engeland woonde, kwam ze hier speciaal voor terug. Omgaan met mensen is de rode draad in haar leven.

Zwerfvuil rapen

‘Het zit in mijn hart om mensen te helpen. Het is mijn passie. Zo kan ik slecht tegen zwerfvuil en dierenleed. Sinds twaalf jaar woon ik in Assendelft. Eerst liep ik met de groep zwerfvuilrangers, maar die is uiteengevallen omdat het te moeilijk was om samen een datum te prikken. Sindsdien loop ik alleen. Laatst ben ik bij de zwerfvuilestafette geweest. Dat was zo gezellig, dus dat ga ik vaker doen. Daar kwam ik Fred tegen die blikjes raapt, waarvan de opbrengst gaat naar een dierenasiel in Bosnië. Een ander raapte doppen (waar pallets van worden gemaakt) voor Kika, waarvan de opbrengst gaat naar onderzoek naar kinderkanker. Sindsdien verzamel ik voor hen ook blikjes en doppen. Als ik een zondag loop dan heb ik in twee uur een vuilniszak vol, vooral veel blikjes en sigaretten, maar helaas ook veel plastic en chipszakken. Dat gaat anders allemaal de sloot in of wordt opgegeten door eenden. Bij het station ligt vaak glas. Ik heb dan mijn stoffer en blik mee en ruim het lekker op voordat er een hond in trapt. Vaak denken mensen dat ik een taakstraf heb. Als ze vragen waarom ik dit doe, dan zeg ik altijd: Daar krijg je mooie benen van.’

Mij maakt het niet uit waar ik woon. Ik maak het toch wel mijn thuis.

Betty neemt de mensen mee

‘Toen ik hier kwam wonen, wilde ik wat doen om mensen te ontmoeten. Zo ben ik bij een schoonmaakbedrijf terecht gekomen. Het ging mij niet om het schoonmaken, maar om de mensen. Je bent net een sociaal werkster. Zo kwam ik bij een man die heel moeilijk kon lopen. Bij de kringloop heb ik voor een tientje een rolstoel gekocht en na mijn werk nam ik hem mee voor een visje op de markt. Een andere vrouw wilde zo graag nog een keer naar de huishoudbeurs, het was een erg leuke dag. Als mensen oud en ziek zijn, dan komen ze nergens meer. Ik denk dan bij mezelf ‘Ach Betty, neem ze toch mee’ en dan gaan we naar het strand of iets anders doen.’

Ze kijken altijd naar je uit.

Sociale maatjes

‘Toen het schoonmaakbedrijf stopte, ben ik bij het sociaal wijkteam in Assendelft langs gegaan. Daar zochten ze sociale maatjes. Bij een mevrouw kom ik nu al meer dan een jaar elke week. We gaan rummikuppen of puzzelen of even naar de supermarkt. Bij haar blijf ik natuurlijk. In een ander geval zorgde ik een dag voor een gehandicapte man zodat zijn vrouw mee kon met een uitje voor mantelzorgers.’

Er komt altijd van alles op mijn pad

Betty: ‘Ik kom uit een gezin van twaalf. Vroeger heb ik nooit een pop gemaakt. Tegenwoordig haak ik ze zelf.’

‘Het is heel leuk bij het sociaal wijkteam. Je staat er niet bij stil dat er zoveel mensen eenzaam zijn. Het is zo fijn dat je een luisterend oor kunt bieden. De mensen kijken zo naar je uit. Het zou mooi zijn als veel meer vrijwilligers zich aanmelden. In het verleden deed ik ook nog wel eens wat voor Buuv. Dat vond ik zo leuk. Wel jammer dat het nu Zaankanters voor elkaar heet, Buuv klonk zoveel leuker.’

Gastvrouw bij Odion is het helemaal

‘Toen ik de oproep zag dat ze bij Odion een gastvrouw zochten voor het eetcafé heb ik me direct aangemeld. Dat is helemaal mijn ding. Op dinsdagavond komen er 34 bewoners van de locaties Jacobushof en Lijnbaan en amublante bewoners bij eetcafé De Heerlijke Hap. Ik zorg dan dat de tafel gezellig gedekt is met een kleedje en een kaarsje. Het eerste uur gaan we met de koffie met elkaar kletsen. Het is voor hen een goede plek om elkaar te ontmoeten. Je hoort zulke leuke dingen. Ik vang van alles op en als het even kan dan probeer ik wat te regelen als mensen iets nodig hebben.

Dit vrijwilligerswerk is echt mijn ding. Vooral als ik iedere week al die blije gezichten weer zie en dat ze vertrouwen in mij hebben. Het zijn zulke lieverds. Het duurt wel even voordat je ertussen komt, maar als ik nu een keer niet kom dan krijg ik het direct te horen. Ik heb er een familie bijgekregen. En ik kom al uit een gezin van twaalf!’

Ik wil graag dat iedereen het goed heeft. Daarom doe ik wat ik kan.

Nieuw idee: samen gezellig haken

‘Ik hou veel van haken. Dat heb ik mezelf geleerd. Ik maak allerlei diertjes, poppen, omslagdoeken, etc waarvan de opbrengst gaat naar een organisatie die zich inzet voor dieren. Er zijn veel mensen bijvoorbeeld in de schuldsanering die geen geld hebben voor hobby’s. Wat zou het leuk zijn als ik regelmatig een groepje hier thuis kan ontvangen die van handwerken houdt. Dan kan ik ze leren haken. Garen heb ik genoeg en zo kunnen we een gezellige middag hebben waarbij ze iets leuks maken voor bijvoorbeeld hun kinderen, zoals een hartje of een popje.’