
Bij Buurthuis De Pelikaan in Krommenie denken bewoners samen na over ouder worden, wonen in de toekomst en wat je kunt doen als het leven verandert. De werkgroep Ouderen organiseert bijeenkomsten om mensen te helpen tijdig na te denken over hun toekomst. Want: wie heb je straks om hulp te vragen, en wat kun je zelf betekenen voor een ander? Je moet tijdig starten met het opbouwen van een netwerk.
Samen een kopje koffie drinken?
Nog niet zo lang geleden was het vanzelfsprekend om elkaar te groeten, een praatje te maken en hulp te bieden als iemand het moeilijk had. Tegenwoordig is dat minder gewoon, vertelt Mariette Klaver van het Sociaal Wijkteam.
‘De maatschappij is veranderd,’ zegt ze. ‘We gaan er vaak vanuit dat kinderen hun ouders wel helpen, maar voor veel kleine dingen kun je beter even bij de buren aankloppen. Mensen durven of doen dat vaak niet meer. Toch is een praatje of een kleine hulpvraag vaak het begin van contact.’
Ook Nora, bestuurslid van De Pelikaan, en Hortensia, een vaste bezoeker van het buurthuis, herkennen dat. Hortensia: ‘Een glimlach kost niets. Ik stel mezelf altijd voor aan nieuwe bewoners en nodig ze uit voor koffie. Soms reageren mensen niet, maar ik probeer het gewoon nog eens. Als iemand een keer vriendelijk is, dan ben ik het twintig keer terug.’
Mariette knikt: ‘Je kunt zelf aanbieden om te helpen — met een vuilcontainer, een boodschap, of gewoon een praatje. Ook oudere mensen kunnen hun hulp aanbieden, iedereen heeft wel iets waar de ander belangstelling voor heeft.’

Denk op tijd na over wonen
Een belangrijk gespreksonderwerp bij de bijeenkomsten vorig jaar was toekomstbestendig wonen. Veel ouderen wachten te lang met nadenken over hun woning, merkt Mariette.
‘Mensen gaan pas nadenken over verhuizen als ze echt niet meer kunnen traplopen. Maar dat gesprek moet je veel eerder voeren – met familie, of gewoon met elkaar in de buurt. Is je huis geschikt voor een traplift? Zijn er winkels en zorgvoorzieningen dichtbij zodat je niet afhankelijk bent van het vervoer ernaartoe? Dat zijn belangrijke vragen.’
Nora vult aan: ‘We horen dat mensen wel wéten dat ze moeten verhuizen, maar het niet willen. De stap is groot, ook emotioneel. Alles inpakken, opruimen – daar zien mensen als een berg tegenop.’
Voor Hortensia speelt dat ook, ook de vraag waar ze dan wel heen wil. ‘Mijn huis waar ik eerder met mijn man en vier kinderen woonde, is te groot voor mij alleen, en de tuin is teveel werk. Ik kom uit Spanje en woon hier al 51 jaar. Vroeger was er veel meer contact tussen de bewoners, dat mis ik. Nu zou ik graag in een woonhofje wonen waar mensen elkaar helpen en in ieder geval meer contact met elkaar hebben. Zoiets zag ik op tv, dat lijkt me wel wat.’
Nora: ‘Ik vind het belangrijk dat mensen van verschillende leeftijden samen in een buurt wonen. Alleen ouderen bij elkaar helpt ook niet, want iedereen heeft dan hulp nodig. Het is levendiger waarbij jong en oud met elkaar samenwoont.’

Wie kun je om hulp vragen?
De werkgroep Ouderen richt zich dit jaar op het thema ‘Omzien naar elkaar’. Want als er iets verandert in je leven, kun je niet altijd leunen op instanties of overheid.
‘Het is belangrijk om op tijd een netwerk op te bouwen,’ zegt Mariette. ‘Wie kun jij om hulp vragen, en voor wie kun jij iets doen? Als je daar pas over nadenkt als je al hulp nodig hebt, is het vaak te laat.’
Tijdens een van de bijeenkomsten werd bewoners gevraagd naar hun contacten in de buurt. Veel mensen die er al tientallen jaren wonen, hadden nauwelijks of geen contact met nieuwe buren. Dat was in ieder geval hun eerste reactie. ‘Bij doorvragen ontdekten we dat ze eigenlijk wél eens bij iemand op de koffie gaan,’ vertelt Mariette. ‘Of dat iemand met een buitenlandse achtergrond iets lekkers kwam brengen, maar dat ze die persoon zelf nooit hadden teruggevraagd. Soms is het gewoon een kwestie van durven.’

Een rollenspel met herkenning
Om de drempel te verlagen, werd een bijeenkomst georganiseerd met een theatergroep die herkenbare situaties speelde die ze zelf hadden ingebracht.
‘Bijvoorbeeld een oude man die alleen zijn dochter in Groningen om hulp vraagt,’ vertelt Nora. ‘Zijn jonge buren zagen wel dat hij wellicht hulp nodig had in de buitenruimte, maar waren bang om zich met hem te bemoeien. In het rollenspel ontdekten ze dat mensen veel aannames doen zonder het te checken.’
De boodschap van die middag was helder: wacht niet af, maar zet zelf de eerste stap.
‘Ook als je ouder wordt, kun je nog iets voor een ander doen,’ zegt Mariette. ‘Het begint vaak klein. Een praatje, een boodschap, een bloemetje brengen. Zo groeit vertrouwen.’
Ideeën voor verbinding
De deelnemers denken ook mee over nieuwe manieren om elkaar te ontmoeten. Zo kwam Hortensia met een idee: ‘Ik stelde voor om op het grasveld bij de flat tegenover mijn huis een picknicktafel te zetten. Dan kunnen bewoners daar samen zitten, praten en koffiedrinken. We krijgen zo ook een andere ontmoetingsplek, want nu is er alleen De Pelikaan voor oudere bewoners.’
Nora glimlacht. ‘Dat is precies wat we hopen: dat mensen het verder uitdragen. Dat het niet alleen bij ouderen blijft, iedereen kan nadenken over hun buurt. Een netwerk bouw je samen op. Daar moet je op tijd mee beginnen. We kunnen niet alles aan de overheid overlaten. We moeten elkaar weer durven aanspreken, elkaar kennen. Dat maakt de buurt leefbaar – en het leven een stuk gezelliger. En je krijgt veel leuke nieuwe verhalen te horen!’
